Ter bescherming van karakteristieke gebouwen tegen sloop stelde de raad van Eemsdelta (Delfzijl e.o.) het bestemmingsplan ‘Facetplan Cultuurhistorie’ vast. Daarin wees de raad o.a. een voormalige steenfabriek aan als karakteristiek pand. De eigenaar, een projectontwikkelaar, stelde daartegen met succes beroep in. De ABRvS wijst in haar tussenuitspraak van 21 september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2737) op het algemene uitgangspunt dat ‘een toegekende bestemming niet strekt tot een goede ruimtelijke ordening als zinvol gebruik overeenkomstig de bestemming niet mogelijk is’. In dit geval was dat twijfelachtig.
De eigenaar had een rapport overgelegd waaruit bleek dat de hergebruiksmogelijkheden van de fabriek heel beperkt waren door de aanwezigheid van een zigzag-oven, terwijl hoge investeringen nodig zouden zijn, o.a. om het gebouw aardbevingsbestendig te maken. De raad moet daarom de gelegde bestemming beter motiveren.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan