8 januari 2021
AbRvS 23 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3102. De raad van Venlo stelt bestemmingsplan “Kaldenkerkerweg woonwagenlocatie” vast. Dit voorziet in een herinrichting van de woonwagenlocatie aan die weg. Er worden 18 standplaatsen mogelijk gemaakt. Het gaat daarbij om het inpassen van 15 bestaande (legale) standplaatsen en 3 feitelijk aanwezige standplaatsen die gedoogd werden. Bij de herinrichting zullen 14 woonwagens op dezelfde locaties blijven en 4 woonwagens worden verplaatst naar een andere locatie in het plangebied. De gemeente Venlo is eigenaar van alle gronden in het plangebied. De bewoners zijn zelf eigenaar van hun woonwagen, met uitzondering van 3 woonwagens aan de Kaldenkerkerweg 184 C, D en N. Deze zijn eigendom van de gemeente en worden verhuurd aan de bewoners.
Zeventien bewoners gaan in beroep. Zij stellen o.a. dat de zoon van [twee appellanten] de kavel 184U ten zuiden van hun gronden thans bewoont. De locatie is met een standplaats voor bewoning ingericht en voorzien van nutsvoorzieningen. Zij kunnen zich er niet mee verenigen dat dit bestaande gebruik niet als zodanig is bestemd. Gelet op het herinrichtingsplan waar op deze locatie 2 “nieuwe” locaties voor herplaatsing van 2 standplaatsen van elders zijn voorzien en niet hun bestaande locatie nr. 184U, kan hun zoon het gebruik niet voortzetten.
Volgens de Afdeling liggen de desbetreffende gronden op een plek waar eerder geen bestemmingsplan gold. De Afdeling stelt vast dat als het gebruik plaatsvond zoals door appellanten gesteld, dat gebruik onder het overgangsrecht is gebracht. Dat is op grond van vaste rechtspraak van de Afdeling in beginsel mogelijk, mits het einde van het gebruik aannemelijk is. “De betreffende gronden zijn in eigendom van de gemeente. De Afdeling komt dan ook tot de slotsom dat het einde van het gebruik zonder publiekrechtelijk recht en titel aannemelijk is en dat de raad het op de peildatum bestaande gebruik onder het overgangsrecht heeft kunnen brengen. De betogen falen.” Wat de verdere relevante feiten wordt niet helemaal duidelijk, maar met deze korte slotoverwegingen moeten appellanten het op dit punt dus doen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob