Skip to main content

Woonschip is geen onroerende zaak: geen planschade

De eigenaar van een woonschip in de gemeente Haarlem stelt schade te lijden in de vorm van waardevermindering van het schip door de vaststelling van een bestemmingsplan, dat hoogbouw nabij het schip mogelijk maakte. Het verzoek om planschade wordt afgewezen door het college van B&W omdat een woonschip geen onroerende zaak is.

Zowel de rechtbank als de AbRvS onderschrijven het besluit van het college van B&W. In de uitspraak van 14 januari 2015, nr. 201401781/1/A2, stelt de AbRvS allereerst vast dat eigenaar van het woonschip, geen eigenaar is van de ondergrond of het aangrenzende oeverperceel. Vervolgens overweegt de AbRvS dat in de Wro geen definitie is gegeven van een onroerende zaak, als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, van die wet. Naar het oordeel van de AbRvS heeft het college van B&W voor de uitleg van dat begrip terecht verwezen naar artikel 3:3 van het BW en in aansluiting daarop naar de jurisprudentie van de Hoge Raad. De AbRvS concludeert dat beslissend is dat het woonschip niet duurzaam met de bodem of de oever is verenigd en het om die reden niet als onroerende zaak kan worden aangemerkt.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke.