Skip to main content

Weghalen aanduiding ‘dagrecreatie’: Strijd met de Dienstenrichtlijn?

26 februari 2021

AbRvS 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:369. De raad van de gemeente Veere heeft bij besluit van 9 november 2017 het bestemmingsplan ‘3e herziening bestemmingsplan Buitengebied’  vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verschillende appellanten beroep ingesteld. De Stichting is het niet eens met de toekenning van de bestemming ‘Wonen’ zonder de aanduiding ‘dagrecreatie’ aan een deel van haar perceel.

De Afdeling overweegt dat het ontbreken van de functie dagrecreatie in artikel 21.1 van de planregels betekent dat diensten die in dat kader worden verricht op gronden met de bestemming ‘Wonen’ verboden zijn, terwijl op gronden met die bestemming ter plaatse van de daarvoor toegekende aanduidingen wel andere diensten zijn toegestaan. Voor het perceel Kraaienestweg 1/1A zijn aanduidingen toegekend voor vier recreatiewoningen, een kleinschalig kampeerterrein en een theeschenkerij. Volgens de Afdeling is er sprake van een territoriale beperking als bedoeld in artikel 15 lid 2 onder a van de Dienstenrichtlijn.

De Afdeling gaat ervan uit dat de regeling in artikel 21.1 van de planregels, in samenhang met de verbeelding, tot doel heeft om het belang van een goede ruimtelijke ordening te beschermen. Volgens de Afdeling is dit een dwingende reden van algemeen belang, maar de raad heeft niet duidelijk gemaakt welk concreet doel op het gebied van de ruimtelijke ordening hij in het bijzonder heeft willen dienen met de beperking dat dagrecreatie niet langer is toegestaan op het perceel Kraaienestweg 1/1A met de bestemming ‘Wonen’. Het vorige plan stond op dit gedeelte van het perceel nog wel dagrecreatie toe en de raad achtte die functie bij de vaststelling van dat plan in 2013 nog in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening. Omdat niet duidelijk is met welk concreet doel de raad de beperking voor dagrecreatie in het plan heeft opgenomen, kan bovendien niet worden beoordeeld of de planregel in overeenstemming is met de eisen van noodzakelijkheid en evenredigheid als bedoeld in artikel 15 lid 3 onder b en c van de Dienstenrichtlijn. De raad wordt in de gelegenheid gesteld om het gebrek te herstellen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob