21 augustus 2020
AbRvS 12 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1923. De gemeenteraad van Hengelo stelt een bestemmingsplan vast waarbij een voorheen bestaande woningbouwlocatie wordt geschrapt. Ten onrechte, aldus appellant. Appellant betoogt dat door hem – voor de vaststelling van het plan – een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend. De gemeenteraad heeft echter – terecht naar het oordeel van de Afdeling – geoordeeld dat het ingediende plan niet voldoet aan de uitgangspunten van de Woonvisie: bieden van ruimtelijke kwaliteit of het oplossen van een knelpunt.
Ook het wegbestemmen kan de goedkeuring van de Afdeling wegdragen. Waar aanvankelijk, in november 2016, de locatie in het woningbouwprogramma nog als te ontwikkelen locatie is opgenomen, is deze aanduiding geschrapt bij de vaststelling van het woningbouwprogramma op 30 januari 2018. Reden daarvoor is dat de gronden niet tot ontwikkeling zijn gekomen en onvoldoende bijdragen aan de gewenste woningbouwontwikkeling.
Tenslotte voert appellant – vanzelfsprekend – de financiële onuitvoerbaarheid van het plan aan. Uit een taxatierapport opgemaakt door Gloudemans zou een door hem geleden planschade volgen van bijna 2,9 mln. De gemeenteraad heeft daartegen ingebracht dat de financieel-economische uitvoerbaarheid is geborgd en dat een eventuele planschadevergoeding zal worden betaald door de gemeente. Ook dat betoog van appellant slaagt daarmee niet. Overigens heeft de gemeenteraad opgemerkt dat men verwacht geen vergoeding te hoeven betalen nu sprake is van (passieve) risicoaanvaarding.
Wordt – ongetwijfeld – vervolgd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Eelco