Skip to main content

Voorzienbaarheid planschade: concreet beleidsvoornemen

In de uitspraak van de AbRvS van 26 november 2014, nr. 201400053/1/A2, komt de vraag aan de orde of de publicatie van o.a. een ingekomen aanvraag voor een bouwvergunning aangemerkt kan worden als een concreet beleidsvoornemen dat openbaar gemaakt is. Wat was er aan de hand?

De verzoeker om planschade koopt op 7 oktober 2007 een grachtenpand in de gemeente Franeker. Circa een jaar later wordt er een vrijstellingsbesluit ex artikel 19, eerste lid, van de WRO (oud) verleend voor de bouw van een woning op een nabijgelegen terrein. De eigenaar van het grachtenpand dient een verzoek om planschade in.

Het college van B&W en de rechtbank zijn van oordeel dat de schade voor verzoeker voorzienbaar was en om die reden niet voor vergoeding in aanmerking kwam. Daarbij overwoog het college van B&W allereerst dat verzoeker er na de onderstaande publicaties alert op moest zijn dat er planologische wijzigingen in de lucht hingen. Daarbij verwees het college naar de volgende publicaties:

  • In de Franeker Courant van 7 maart 2007 was vermeld dat op 22 februari 2007 een aanvraag om verlening van bouwvergunning voor de bouw van een woning op het terrein was ontvangen;
  • In de Franeker Courant van 27 juni 2007 was de agenda van de openbare raadsvergadering van 5 juli 2007 bekendgemaakt, waarin als agendapunt 7 een voorstel tot het afwijzen van een verzoek tot het starten van een vrijstellingsprocedure voor het onderhavige project was opgenomen en dat dit voorstel niet in de raadsvergadering aan de orde is geweest, omdat het voorstel van het college van de agenda is afgevoerd.

 

  • De AbRvs stelt voorop dat de publicatie van de aanvraag d.d. 7 maart 2007 alsmede de publicatie van een voorstel tot afwijzing van een verzoek tot het starten van een vrijstellingsprocedure d.d. 27 juni 2007 op zichzelf niet tot het oordeel kunnen leiden dat de planologische ontwikkeling voorzienbaar was. Verder overweegt de AbRvS dat de publicatie van de agenda van de openbare raadsvergadering d.d. 4 oktober 2007, waarin het verzoek is vermeld tot het starten van een vrijstellingsprocedure, ook geen bekendmaking van een concreet beleidsvoornemen behelst. Dat de gemeenteraad in de openbare vergadering van 4 oktober 2007 heeft besloten medewerking te verlenen aan een vrijstellingsprocedure voor het realiseren van het project, betekent evenmin dat voorzienbaarheid kan worden aangenomen. Met een openbare behandeling is volgens de AbRvS nog niet gewaarborgd dat een ieder kennis kan nemen van de inhoud van dat besluit. De AbRvS concludeert vervolgens dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de schade voorzienbaar was voor verzoeken. Vervolgens overwoog het college van B&W dat het op 18 september 2007 een schriftelijk voorstel aan de gemeenteraad heeft gedaan om in de openbare raadsvergadering medewerking aan een vrijstellingsprocedure voor het realiseren van een woning op het terrein te verlenen, de agenda van de raadsvergadering op 26 september 2007 in de Franeker Courant is gepubliceerd en de gemeenteraad tijdens de raadsvergadering d.d. 4 oktober 2007 heeft besloten het voorstel van het college over te nemen. Volgens het college van B&W diende verzoeker in ieder geval sinds 4 oktober 2007 rekening te houden met de kans dat de planologische situatie voor de omwonenden van het terrein in ongunstige zin zou veranderen. De rechtbank heeft deze conclusie van het college van B&W overgenomen. De AbRvS overweegt echter anders.