11 juni 2021
Sugar City is eigenaar van een terrein van een voormalige suikerfabriek te Halfweg. De bedoeling is om dit terrein te herontwikkelen tot onder meer kantoorruimten, evenementenlocatie en fashion outlet. En toen werd het Luchtvaartindelingsbesluit 2003 vastgesteld, waardoor een deel van het terrein in het zogenaamde beperkingengebied kwam te liggen. Op gronden in het beperkingengebied was herbouw en nieuwbouw niet toegestaan.
Sugar City verzoekt in 2007 het Schadeschap luchthaven Schiphol om de schade vanwege het Luchtvaartindelingsbesluit te vergoeden. Dit leidt tot een lange procedure die eindigt met de uitspraak van de AbRvS van 9 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1238. De hele uitspraak is lezenswaardig. In deze omgevingsflits stippen we drie onderdelen kort aan.
Allereerst de verwachtingswaarde van gronden. De AbRvS concludeert dat bij de waardering van gronden conform de planschadesystematiek geen rekening mag worden gehouden met de verwachtingswaarde van het toekomstige gebruik, waarvoor nog een bestemmingsplanwijziging nodig is. De situatie op de peildatum is bepalend, aldus de Afdeling.
Verder wordt in deze zaak geen passieve risicoaanvaarding tegengeworpen aan Sugar City. In benuttingsperiode had Sugar City overleg met de gemeente en was zij bezig met planvorming. Van concrete acties was nog geen sprake, maar vanwege de complexiteit van de herontwikkeling kan dit niet aan Sugar City worden tegengeworpen.
Tot slot geeft deze uitspraak een uitzonderlijk voorbeeld van een zaak waarin tijdelijke inkomensschade vanwege nog niet aangevangen bedrijfsvoering in beginsel voor vergoeding in aanmerking komt. Uiteindelijk kan dit Sugar City niet baten omdat de waardevermeerdering van de onroerende zaak de omvang van de tijdelijke inkomensschade overstijgt. Van te vergoeden (plan)schade is dus geen sprake.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke