Skip to main content

Taxeren uit te werken bestemming

11 juni 2021

Een uit te werken bestemming in het nieuwe bestemmingsplan mag niet bij de planvergelijking worden betrokken. Dat volgt uit art. 6.1 lid 6 Wro en diverse uitspraken van de AbRvS, die over dit artikellid zijn gewezen. De vervolgvraag is ‘hoe taxeer je dan de onroerende zaak?’. Deze vraag komt aan de orde in de onderhavige uitspraak, die zich afspeelt in de gemeente Enkhuizen (AbRvS 9 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1213).

Onder het oude planologische regime had de onroerende zaak een agrarische bestemming. Onder het nieuwe planologische regime had de onroerende zaak de bestemming Wonen – Uit te werken. De planschadeadviseur van de gemeente heeft bij de taxatie betrokken dat de agrarische exploitatie onder het overgangsrecht voortgezet kan worden. Dit is onjuist, aldus de AbRvS. De hoofdregel is dat het overgangsrecht van het nieuwe bestemmingsplan niet bij de planvergelijking en de taxatie mag worden betrokken. In deze zaak is er geen reden om van de hoofdregel af te wijken.

Hoe moet de waarde dan bepaald worden? De AbRvS sluit in deze zaak aan bij de taxatie, die de deskundige van appellant heeft opgesteld. Deze deskundige heeft de onroerende zaak beschouwd als gunstig gelegen, nader planologisch te bestemmen ‘ruwe bouwgrond’. Aan dergelijke gronden wordt volgens de deskundige een kleine plus op de (doorgaans) agrarische gronden gegeven. De AbRvS volgt de deskundige op dit punt. Overigens kan dit de appellant niet baten. De waarde onder het nieuwe planologische regime blijkt hoger dan de waarde onder het oude planologische regime. Van (plan)schade is dus geen sprake.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke