28 januari 2022
Deze vraag kwam aan de orde in de uitspraak van AbRvS 26 januari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:234). GS van Drenthe heeft de tenaamstelling van een aan appellante verleende natuurvergunning voor een agrarisch bedrijf gewijzigd in B&W van de gemeente Assen. Op 17 maart 2017 hebben appellant en de gemeente Assen een koopovereenkomst gesloten waarin is bepaald dat de eigendom van het bedrijf met alle gronden, inclusief alle rechten en plichten, overgaat naar de gemeente. In die koopovereenkomst is verder bepaald dat appellante nog drie jaar het recht heeft om de gronden tegen een jaarlijkse vergoeding te gebruiken. Het gebruiksrecht van appellante liep tot 1 mei 2020. Het college van burgemeester en wethouders van Assen heeft GS op 22 juli 2019 verzocht om de natuurvergunning op zijn naam te zetten, omdat de gemeente Assen eigenaar is van het bedrijf en appellante de bedrijfsactiviteiten feitelijk heeft beëindigd.
Appellant stemt niet in met de wijziging van de tenaamstelling van de natuurvergunning, omdat de natuurvergunning een waarde vertegenwoordigt die door de gemeente niet is vergoed. Hij is huurder en als vergunninghouder gebruiker van de natuurvergunning. Hij is de drijver van de inrichting en daarom behoort de natuurvergunning op zijn naam te blijven staan. Appellant heeft nadat de nadat de activiteiten daar waren gestaakt, opnieuw in gebruik genomen voor het houden van paarden.
De Afdeling stelt dat de natuurvergunning een zaaksgebonden vergunning is (verwezen wordt naar de uitspraak van de Afdeling van 31 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:667, r.o. 5.3). Dat de natuurvergunning door appellante is aangevraagd, en verleend, nadat de eigendom van het bedrijf was overgedragen aan de gemeente, doet geen afbreuk aan de zaaksgebondenheid van de vergunning. Een natuurvergunning verleent bovendien, geen stikstofrechten aan een persoon. De natuurvergunning geeft – in dit geval – het recht om 90.000 vleeskuikens en 10 paarden te houden op het bedrijf. Dat is een relevant verschil met fosfaatrechten die op grond van de Meststoffenwet verhandelbaar zijn.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike