Skip to main content

Tweede keer bestemmingsplan. Niet opnieuw UOV; geen ingrijpende wijzigingen. Appellanten niet-ontvankelijk want eerste keer geen beroep ingesteld.

AbRvS 13 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2003. De raad van Bergen (NH) stelt op 28 januari 2021 bestemmingsplan “Watertorengebied” vast. Het maakt o.a. een sporthal en woningbouw mogelijk. Daarvoor was al eerder, in 2018, een bestemmingsplan vastgesteld, maar dat is vernietigd (ECLI:RVS:2019:3095), omdat in de passende beoordeling werd verwezen naar het Programma Aanpak Stikstof. Nu, in 2021, is enkel de verbeelding gewijzigd en er is een passende beoordeling gemaakt om te voldoen aan ECLI:RVS:2019:3095. Verder zijn alleen enkele onderzoeken geactualiseerd.

Appellanten A, B en C hadden tegen dat eerdere plan geen beroep ingesteld.

De Afdeling stelt vast dat voormelde appellanten niet in een nadeliger positie zijn komen te verkeren als gevolg van het besluit van 28 januari 2021 ten opzichte van de positie waarin zij zich bevonden na het besluit van 2018. Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting, dat ook ten grondslag ligt aan artikel 6:13 Awb, alsmede de rechtszekerheid van de andere partijen en nu niet is gebleken van nieuwe feiten of omstandigheden, kan niet worden aanvaard dat door deze appellanten tegen het besluit van 28 januari 2021, dat is genomen naar aanleiding van ECLI:RVS:2019:3095 zonder opnieuw toepassing te geven aan afdeling 3.4 Awb, alsnog beroep wordt ingesteld. Het beroep van A, B en C, tegen dat besluit moet niet-ontvankelijk worden verklaard.

En wat vindt de Afdeling van het feit dat afdeling 3.4 Awb niet opnieuw is toegepast? Dat mocht hier. Zij verwijst naar ECLI:NL:RVS:2016:471 en overweegt dat hier de  aangebrachte wijzigingen ten opzichte van het eerder vernietigde bestemmingsplan naar haar oordeel van de Afdeling naar aard en omvang niet zodanig zijn dat een wezenlijk ander plan voorligt. Weliswaar voorziet het besluit van 28 januari 2021 in een aantal wijzigingen, deels op de verbeelding en deels in de onderbouwing van het plan, maar dit laat onverlet dat het plan nog steeds dezelfde ontwikkeling mogelijk maakt.

De redactie vindt opvallend dat geen aandacht wordt besteed aan de relatief recente regel uit de rechtspraak (Varkens in Nood) dat belanghebbenden die geen zienswijze hebben ingediend, in het omgevingsrecht toch toegang tot de rechter kunnen hebben. Dat is dan blijkbaar toch een andere problematiek dan hier speelt. De belanghebbende moet voor beroepsrecht tegen het tweede besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ook beroep hebben ingesteld tegen het eerste besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan, althans als dat tweede besluit terecht is genomen zonder nieuwe inspraak à la afdeling 3.4 Awb.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob