Skip to main content

Kan vergunningvrij in water worden gebouwd?

AbRvS 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1914, is relevant vanwege de beoordeling van het begrip ‘erf’. Het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht heeft geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een bootlift bij de sloot in Breukelen. In deze zaak komt ook de vraag aan de orde of de bootlift vergunningvrij kan worden gebouwd.

Volgens de aanvrager voldoet de bootlift aan de eisen voor vergunningvrij bouwen als bedoeld in art. 2 onderdeel 21 bijlage II Bor. Vervolgens speelt de vraag of de bootlift op het erf (als bedoeld in art. 1 bijlage II Bor) bij de woning is voorzien. Een erf wordt in die bepaling omschreven als een “al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.”

In beginsel kan inderdaad het gehele perceel bij een hoofdgebouw als erf worden aangemerkt. Maar gewezen wordt op de uitspraak AbRvS 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:571, waarin is bepaald dat de planwetgever vergunningvrije bebouwing kan uitsluiten door de inrichting van het erf ten dienste van het gebruik van het hoofdgebouw te verbieden. In dit geval is het bouwen van gebouwen en bouwwerken, met uitzondering van steigers, op gronden met de bestemming “water” verboden op grond van de planregels. Gronden met de bestemming “water” zijn op grond van de planregels bestemd voor onder meer het behoud, herstel en beheer van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden. Daarmee is het inrichten van dit deel van het perceel ten dienste van het gebruik van het hoofdgebouw niet toegestaan.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike