3 april 2020
Een voor de huidige tijd relevante uitspraak. Zoals bekend zijn er geen zittingen gepland bij de Afdeling bestuursrechtspraak tot en met (op dit moment) 28 april. Een uitzondering wordt gemaakt voor urgente gevallen. Door de Stichting Leefbaar Buitengebied was een verzoek om voorlopige voorziening ingediend dat zou worden behandeld ter zitting op 24 maart. Omdat de zitting bij de Afdeling geen doorgang kon vinden, is – kennelijk urgente zaak – besloten tot telefonisch horen. De Afdeling stuurde op 20 maart een brief met uitleg over telefonisch horen, de mogelijkheid een pleitnota te mailen.
Tenslotte kon tot uiterlijk 23 maart, 14.00 u. beeld- en kaartmateriaal worden toegezonden. Vooringenomenheid van de voorzitter, aldus de verzoeker. Hetgeen leidde tot een wrakingsverzoek. Wat vindt de wrakingskamer (AbRvS 30 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:897)? De wrakingskamer oordeelt dat de beslissing van de voorzieningenrechter een zitting doorgang te laten vinden een procesbeslissing is.
De juistheid van een dergelijke beslissing staat niet ter beoordeling in de wrakingsprocedure nu een wrakingsverzoek geen rechtsmiddel is tegen een procesbeslissing. Een procesbeslissing kan slechts leiden tot de inwilliging van een wrakingsverzoek indien ‘deze op zich dan wel in onderlinge samenhang bezien een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat daaruit blijkt van vooringenomenheid van de voorzieningenrechter die de betrokken beslissing of beslissingen heeft genomen.’ Van een dergelijke vooringenomenheid is – samengevat – door de handelwijze van de voorzieningenrechter niet gebleken.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco