Zwaarwegende belangen om gewekt vertrouwen niet te honoreren
3 april 2020
Door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost-Gelre is op 18 april 2011 ‘in principe’ aan appellante medewerking toegezegd voor de vestiging van een nieuw vleeskuikenbedrijf. Die toezegging was gebaseerd op een wijzigingsbevoegdheid voor het mogelijk maken van nieuwe intensieve veehouderijbedrijven die was opgenomen in het voorheen geldende bestemmingsplan. Recent is die wijzigingsbevoegdheid geschrapt.
Desondanks meent appellante dat het college de wens om een vleeskuikenbedrijf te realiseren dient te honoreren: er ligt immers principe-akkoord. In herinnering moet worden geroepen de uitspraak ABRvS 29 mei 2019, ECLI:2019:1694 (Dakopbouw Amsterdam). De Afdeling (AbRvS 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:956) overweegt dat door het college een toezegging is gedaan en dat de uitlating kan worden toegerekend (stap 1 en 2). Dat er nog niet aan alle voorwaarden is voldaan voor medewerking staat daar niet aan in de weg.
Toch heeft het college medewerking kunnen weigeren (stap 3). Omdat de wijzigingsbevoegdheid is geschrapt wegens een zwaarwegend ruimtelijk belang – terugdringen van de intensieve veehouderij in het gebied. En – ook van belang – appellante had na 2011 ruim de tijd een aanvraag tot wijziging in te dienen, maar heeft dit (terwijl van bijzondere omstandigheden niet is gebleken) achterwege gelaten. Het doen of nalaten van appellante is dus uitdrukkelijk ook een omstandigheid die aan het honoreren van het vertrouwensbeginsel in de weg kan staan. Geen nieuw vleeskuikenbedrijf in Harreveld derhalve.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco