Skip to main content

Stuiting invordering dwangsom en bekendmaking

De uitspraak van de AbRvS van 28 oktober 2010 (ECLI:NL:RVS:2015:3279) is interessant vanwege de procesrechtelijke overwegingen over de invordering van een dwangsom.

Artikel 5:39, eerste lid, Awb bepaalt dat beroep tegen een last onder dwangsom mede betrekking heeft op de invorderingsbeschikking, voor zover belanghebbende deze beschikking betwist.

In dit geval had het bevoegd gezag een last onder dwangsom opgelegd, waartegen appellante in rechte op kwam. Ten tijde van de zitting bij de rechtbank was echter nog geen invorderingsbeschikking genomen. Een kleine maand na de zitting kwam de invorderingsbeschikking alsnog, maar werd door het bevoegd gezag nagelaten die beschikking aan de rechtbank toe te zenden. Consequentie: de rechtbank kon het van rechtswege ingestelde beroep niet bij de beoordeling in beroep betrekken.

De Afdeling overweegt daarom eerst ambtshalve dat de rechtbankuitspraak wordt vernietigd en dat zij het beroep tegen het invorderingsbesluit zelf bij het beroep betrekt.

Bij de Afdeling komt vast te staan dat de invorderingsbeschikking niet alleen niet aan de rechtbank is toegezonden, maar ook niet aan het adres waarop appellante staat geregistreerd. Gelet daarop betoogt gemachtigde van appellante volgens de Afdeling terecht dat die invorderingsbeschikking niet op de juiste wijze is bekendgemaakt en daarmee nooit in werking is getreden, met als gevolg dat invordering – vanwege verjaring – op dit moment niet meer mogelijk is.

Dat het bestuursorgaan later wel nog een aanmaning naar het juiste adres heeft verstuurd, maakt vervolgens niet dat de verjaring is gestuit. De Afdeling oordeelt immers dat een aanmaning de verjaring van de bevoegdheid tot invordering alleen stuit, nadat een dwangsom bij besluit is vastgesteld en dit besluit op de juiste wijze is bekendgemaakt. Daarvan is geen sprake.

Het van rechtswege beroep tegen het invorderingsbesluit is gegrond, dat besluit wordt vernietigd. Omdat de bevoegdheid tot invordering, zoals de Afdeling oordeelde, is verjaard, kan het opgelegde dwangsombesluit nu niet meer ten uitvoer worden gelegd. Appellante heeft daarom geen belang meer bij dat beroep, zodat het beroep in zoverre niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique