Skip to main content

Short stay binnen bestemming “centrum”?

In de uitspraak van de AbRvS van 28 oktober 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:3294) gaat het om handhaving ten aanzien van de verhuur van koopappartementen voor short stay. Vraag is of dat gebruik binnen het bestemmingsplan past en of het bestuursorgaan daarmee wel bevoegd was tot handhaving.

Het betrof in dit geval een pand, verbouwd tot appartementen die bedoeld waren voor de verkoop. Omdat verkoop niet slaagde, besloten de gerechtigde ondernemingen de appartementen te verhuren voor short stay. Dat hield in dit geval in dat de appartementen aan derden werden verhuurd voor minimaal twee dagen tot maximaal zes maanden.

Op het moment van aanvang van verhuur gold de bestemming “centrum” waarbinnen onder meer wonen was toegestaan. Enige tijd later werd het bestemmingsplan gewijzigd en werd in aanvulling op de geldende bestemming bestaande horeca tot en met categorie 5 (waaronder hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers) toegestaan.

De rechtbank oordeelde dat nu de verhuur al plaatsvond ten tijde van de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan, dat dit gebruik onder het overgangsrecht van het nieuwe bestemmingsplan viel. Wat vindt de Afdeling?

Vaststaat dat het pand onder het eerste bestemmingsplan onder meer was bestemd voor wonen. Dit was niet gedefinieerd in het bestemmingsplan. De Afdeling overweegt dat daarom moet worden aangesloten bij het normale spraakgebruik, zodat voor wonen een zekere duurzaamheid is vereist. Volgens de Afdeling valt short stay, vanwege veelal verblijf van enkele dagen, daar niet onder. Daarmee was het gebruik onder het eerste bestemmingsplan niet toegestaan en kon dit – in tegenstelling tot het oordeel van de rechtbank – niet onder het overgangsrecht van het nieuwe plan vallen.

Vervolgvraag is dan nog of short stay wel onder de nieuwe aanduiding “bestaande horeca tot en met categorie 5” valt. De Afdeling oordeelt daarover dat, nu de Afdeling in de uitspraak over de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan al had geoordeeld dat short stay geen bestaande horeca was (nu het pand met appartementen als leegstaand in het bestemmingsplan was opgenomen), dat dit ook niet het geval was.

Short stay paste daarom in dit geval niet binnen de bestemming “centrum”, zodat het bevoegd gezag mocht handhaven.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique