Skip to main content

Strijd met Dienstenrichtlijn

AbRvS 22 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:717. Bij besluit van 15 december 2021 heeft de raad van Heerlen het bestemmingsplan “Cityplan Heerlen” vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de binnenstad van Heerlen. In het plan is het aantal toegestane vierkante meters aan winkels en kantoren verminderd.

Appellante is sinds 21 januari 2022, dus na de vaststelling van het plan, eigenaar van winkelcentrum ’t Loon. Zij betoogt onder andere dat artikel 8.4 van de planregels in strijd is met het vereiste van evenredigheid in artikel 15, derde lid, onder c, van de Dienstenrichtlijn. In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze luidt als volgt: “Ter plaatse van de aanduiding ‘wetgevingszone – wijzigingsgebied’ kunnen burgemeester en wethouders het maximaal toegestane winkelvloeroppervlakte van 12.000 m2 verminderen tot maximaal 8.000 m2, met dien verstande dat:
a. het gebruik van een deel van het gebouw ten behoeve van detailhandel gedurende een periode van minimaal 3 jaar is gestaakt en
b. een verleende, maar nog niet benutte, omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen van een winkel voor dat deel van het gebouw is ingetrokken.”
Volgens de raad is de planregeling noodzakelijk om onaanvaardbare leegstand in de binnenstad van Heerlen tegen te gaan, zodat de leefbaarheid daarvan verbetert.

Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie kan worden afgeleid dat het onderzoek in het kader van het vereiste van evenredigheid in artikel 15, derde lid, onder c, van de Dienstenrichtlijn moet geschieden aan de hand van een analyse met specifieke gegevens. De Afdeling is van oordeel dat de raad niet deugdelijk heeft onderbouwd dat deze wijzigingsbevoegdheid geschikt is om het hiervoor genoemde doel te bereiken en niet verder gaat dan nodig is. In de Structuurvisie Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg van december 2017 wordt op pagina 22 bij een boodschappencentrum een indicatieve omvang van 2.000 tot 8.000 m2 wvo genoemd. Dat is geen analyse met specifieke gegevens. Ook een memo opgesteld door BRO bevat die analyse niet. Naar het oordeel van de Afdeling is de wijzigingsbevoegdheid dan ook in strijd met het vereiste van evenredigheid in artikel 15, derde lid, onder c, van de Dienstenrichtlijn.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob