Strijd met Dienstenrichtlijn; indirecte discriminatie
AbRvS 1 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:419. Bij besluit van 28 juli 2020 heeft de raad van Bergen het bestemmingsplan “Parapluherziening nachtverblijf binnen horeca en gemengd” vastgesteld. Volgens de plantoelichting wordt met het plan de mogelijkheid van (permanente) huisvesting van arbeidsmigranten op gronden met de bestemming “Horeca” en “Gemengd” juridisch planologisch uitgesloten.
Smitjesland Lent B.V. is eigenaar van het horecapand waar het parapluplan betrekking op heeft. Zij vreest dat de exploitatie van het horecabedrijf op het perceel niet meer rendabel is indien er geen arbeidsmigranten meer mogen worden gehuisvest. Volgens Smitjesland Lent B.V. is artikel 4.1 van de planregels in strijd met de Dienstenrichtlijn, omdat daarmee het huisvesten van arbeidsmigranten feitelijk wordt uitgesloten. In dit artikel is bepaald dat het verblijf in een horecabedrijf categorie 5 slechts kort mag duren, in ieder geval niet langer dan drie aaneengesloten weken binnen een periode van zes maanden.
Volgens de Afdeling is de Dienstenrichtlijn van toepassing. Zij overweegt dat er geen sprake is van een situatie als bedoeld in overweging 9 van preambule van de Dienstenrichtlijn. Artikel 4.1 van de planregels is namelijk specifiek gericht op horecabedrijven. Dit betekent dat er sprake is van een eis die naar zijn aard niet op dezelfde wijze geldt voor personen die een dienstenactiviteit, bestaande uit het huisvesten van arbeidsmigranten, verrichten, als voor natuurlijke personen die als particulier handelen. Gelet op de omstandigheid dat in de plantoelichting is opgenomen dat de mogelijkheid om internationale werknemers te huisvesten op de gronden die bestemd zijn voor “Horeca” en “Gemengd” met dit paraplubestemmingsplan juridisch-planologisch wordt uitgesloten, kan de Afdeling het niet anders begrijpen dan dat er sprake is van indirecte discriminatie. Reeds omdat de raad heeft nagelaten om deze indirect discriminerende behandeling gemotiveerd te rechtvaardigen, ziet de Afdeling geen aanleiding voor een verdere bespreking van het betoog met betrekking tot de Dienstenrichtlijn. De Afdeling is van oordeel dat het bestreden besluit ontoereikend is gemotiveerd en derhalve in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht is genomen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob