De uitspraak van 9 juli 2014, nr. 201310068/1/A3 ziet op spoedeisende bestuursdwang in verband met het ontmantelen van een hennepkwekerij. Aangevoerd werd dat het besluit tot toepassing van bestuursdwang in strijd met art. 5:31, lid 2 Awb niet zo spoedig mogelijk op schrift is gesteld en bekendgemaakt. Het bestuursorgaan geeft hiervoor de verklaring dat nu eenmaal een week of 6 tot 8 nodig is voor zorgvuldig onderzoek. De AbRvS overweegt dat het vereiste dat de beslissing tot toepassing van bestuursdwang op grond van art.5:31, lid 2 Awb alsnog zo spoedig mogelijk op schrift wordt gesteld en aan de betrokkene kenbaar wordt gemaakt, betrokkene de mogelijkheid biedt om in bezwaar en beroep de rechtmatigheid van de beslissing aan te vechten. Onder verwijzing naar een eerdere uitspraak van 4 september 2013, nr. 201207417/1/A1 overweegt de AbRvS vervolgens dat de enkele omstandigheid dat het op schrift stellen en bekendmaken niet zo spoedig mogelijk heeft plaatsgevonden, weliswaar een schending van genoemde bepaling oplevert, maar dat dit nog niet betekent dat daardoor de beslissing tot de toepassing van de bestuursdwang alsnog onrechtmatig wordt.