Skip to main content

Ingebrekestelling art. 4:17 Awb

In een uitspraak van 9 juli 2014, nr. 201309219/1/A1 is een aantal interessante overwegingen te vinden over een ingebrekestelling als bedoeld in art. 4:17, lid 3 Awb. In de eerste plaats wordt onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis overwogen dat de ingebrekestelling moet worden gezonden aan het bestuursorgaan. De ingebrekestelling kan niet worden ‘verpakt’ in bijvoorbeeld een brief aan de rechtbank, en ook niet in een pleitnota die wordt gebruikt tijdens de hoorzitting bij de bezwaarschriftencommissie. In de tweede plaats oordeelt de AbRvS, wederom onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis, dat van een ingebrekestelling in de zin van de wet slechts sprake kan zijn indien voldoende duidelijk is op welk te nemen besluit zij betrekking heeft. Een mededeling bijvoorbeeld in een brief die ziet op een procedure tegen een omgevingsvergunning voor reclame-uitingen, kan niet worden beschouwd als een ingebrekestelling in verband met een handhavingsverzoek dat ziet op aangebrachte veranderingen aan de gevels.