Het lezen van rechtspraak kan ook vermakelijk zijn. In de uitspraak van de Afdeling van 23 maart jl. (ECLI:NL:RVS:2016:796) stond het vaststellingsbesluit Agrarische Enclave en Speuld ter discussie. Een agrarisch bedrijf dat zich bezighoudt met het fokken van vleeskalveren kon zich niet verenigen met het positief bestemmen van een nabijgelegen snackbar. Deze snackbar moest – aldus appellant – worden aangeduid als geurgevoelig object en zou in de toekomst mogelijk een belemmering vormen voor de uitbreiding van het agrarisch bedrijf. Is een snackbar een geurgevoelig object? Ja, aldus de Afdeling. De Afdeling overweegt in dit verband het navolgende. Allereerst is relevant of de snackbar moet worden aangemerkt als een gebouw dat is bestemd voor wonen of menselijk verblijf. De Afdeling beantwoordt deze vraag bevestigend. Hiertoe is van belang dat het gaat om een gebouw als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet, te weten een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Voorts is voor de snackbar een bouwvergunning met vrijstelling van het bestemmingsplan “Buitengebied 1983” verleend voor het vernieuwen van een snackverkoop. Op grond van artikel 1.2, eerste lid, van de Invoeringswet Wabo, wordt deze vergunning gelijkgesteld met een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo. Voorts wordt het gebouw benut voor langdurig menselijk verblijf, zodat sprake is van een permanent of daarmee vergelijkbare wijze van gebruik. Al het vorenstaande leidt tot de conclusie dat sprake is van en gebouw dat is bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt is om te worden gebruikt voor menselijk verblijf en dat daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt. Daarmee moet de snackbar worden aangemerkt als een geurgevoelig object als bedoeld in artikel 1 van de Wgv. Het voorgaande brengt met zich dat de snackbar reeds als geurgevoelig object diende te worden aangemerkt. Nu hetgeen met de bouwvergunning is vergund als zodanig in het plan is overgenomen, leidt dit niet tot een verdere beperking van de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf van appellant zodat dit betoog faalt.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco