30 april 2021
Een terugkerend thema. Het gemeentebestuur van Zwolle wil medewerking verlenen aan het geschikt maken voor bewoning van een voormalig kerkgebouw (AbRvS 28 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:920).
Omwonenden van het kerkgebouw verzetten zich tegen de komst van de nieuwe buren, want gevreesd wordt voor een “onaanvaardbare aantasting van hun woon- en leefklimaat”. Eén van de veelgebruikte argumenten is dat de appartementen weliswaar bedoeld zijn voor senioren, maar straks Jan-en-alleman zich er kan gaan vestigen. Nu heeft de Afdeling al eerder geoordeeld dat het niet mogelijk is in een bestemmingsplan vast te leggen dat de appartementen slechts mogen worden bewoond door senioren. Een onderscheid naar leeftijd is immers niet ruimtelijk relevant. Maar – zo betogen appellanten – bij het beoordelen van de ruimtelijke gevolgen is wél uitgegaan van senioren.
De gemeenteraad stelt daar tegenover dat uit de planregels volgt dat gezinnen in de appartementen mogen wonen en dat – bijvoorbeeld – studentenhuisvesting niet mogelijk is. Bij het bepalen van de ruimtelijke gevolgen is dan ook rekening gehouden met de bewoning door huishoudens met jonge gezinnen of werkenden. Nu tussen seniorenhuishoudens en huishoudens met jonge gezinnen of werkenden naar het oordeel van de Afdeling, met een schuin oog kijkend naar de uitspraak van 8 februari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV3229, geen ruimtelijk relevant verschil bestaat, blijft het vaststellingsbesluit in stand.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco