11 december 2020
In de gemeente Heerlen beschikken twee partijen over een exploitatie- en aanwezigheidsvergunning om op maximaal 5 locaties een speelautomatenhal te exploiteren. Deze vergunningen hadden een looptijd tot 1 januari 2018. In 2017 heeft de burgemeester van Heerlen de looptijd van de vergunningen verlengd tot 1 januari 2019. In twee beslissingen op bezwaar uit 2018 heeft de burgemeester de looptijd verlengd tot 1 januari 2022. Met deze laatste verlengingen kunnen de vergunninghouders zich (ook) niet verenigen. Zij vinden de looptijd nog steeds té kort. Een vermeende concurrent kan zich ook niet met de nadere verlenging van de looptijd verenigen. De concurrent acht de looptijd té lang.
In de uitspraak bevinden zich interessante overwegingen over de vraag of de concurrent belanghebbend is (ja, r.o. 5) en of het de concurrent verweten kan worden dat hij geen bezwaar heeft gemaakt tegen de verlenging uit 2017 (nee, r.o. 6). Op deze plaats wordt verwezen naar de betreffende rechtsoverwegingen.
Kern van de uitspraak betreft het leerstuk van schaarse rechten. Vaststaat dat de exploitatie- en aanwezigheidsvergunning schaarse rechten zijn. Het is vaste rechtspraak dat bij de verlening van een schaarse vergunning in beginsel mededingingsruimte moet worden geboden aan potentiële gegadigden en dat een passende mate van openbaarheid moet worden betracht (transparantieverplichting) (ECLI:NL:RVS:2016:2927, Vlaardingen).
De Afdeling overweegt dat het verlengen van een vergunning moet worden gezien als een vorm van verlenen. De burgemeester heeft bij het verlengen van de vergunningen voor de duur van 3 jaar echter niet aan potentiële gegadigden de ruimte geboden om mee te dingen. In dat wat de burgemeester heeft aangevoerd lag geen reden voor een gerechtvaardigde beperking op de rechtsnorm dat mededingingsruimte had moeten worden geboden. Kort samengevat, de burgemeester heeft geen mededingingsruimte geboden aan potentiële gegadigden en had dit wel moeten doen. AbRvS 9 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2924
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke