27 maart 2020
Een uitspraak die, wat mij betreft, opmerkelijk is. De gemeenteraad van Neder-Betuwe is geconfronteerd met uitbreidingsplannen van een loon- en constructiebedrijf dat machines voor de landbouw ontwerpt, produceert en verkoopt. Dat bedrijf bevindt zich in het buitengebied. De gemeente heeft beleid dat er kortgezegd op neerkomt dat grootschalige uitbreidingen van niet-agrarische bedrijven in het buitengebied niet zijn toegestaan.
Maar onder voorwaarden is een ongelimiteerde afwijking van het beleidsuitgangspunt mogelijk. Dat beleid is niet onredelijk aldus de Afdeling (25 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:882) . En vervolgens wordt getoetst of wordt voldaan aan de voorwaarden. Het moet noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering, verplaatsing is geen reële optie en de landschappelijke/ ruimtelijke kwaliteiten van het buitengebied moeten worden vergroot. Uit de uitspraak lijkt – ik ben voorzichtig – te volgen dat de Afdeling tamelijk eenvoudig van oordeel is dat aan de voorwaarden is voldaan.
Terwijl er sprake is van een uitzondering op het primaire uitgangspunt én voorspelbaar is dat bij een volgende uitbreidingswens over een aantal jaren het argument dat verplaatsing niet haalbaar is vanwege nu gedane investeringen alleen maar luider zal klinken.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco