Skip to main content

Relativiteit, verwevenheid natuurbelangen

De uitspraken van de Raad van State van 1 februari 2023, met de nummers ECLI:NL:RVS:2023:414ECLI:NL:RVS:2023:415ECLI:NL:RVS:2023:423ECLI:NL:RVS:2023:424 gaan over een tijdelijke omgevingsvergunning voor het realiseren van een zonnepark in Groenlo met een geldigheidsduur 25 jaar.

De uitspraak is opgenomen naar aanleiding van de overwegingen van de Afdeling over het relativiteitsbeginsel met betrekking tot de bescherming van flora en fauna. Uit de overzichtsuitspraak over het relativiteitsvereiste van 11 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2706, r.o. 10.66-10.68 volgt dat een natuurlijke persoon die zich beroept op de bepalingen van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ter bescherming van plant- en diersoorten, zich beroept op een algemeen belang waarvoor hij niet in rechte kan opkomen. Dit belang maakt geen onderdeel uit van een goede kwaliteit van de directe woon- en leefomgeving van natuurlijke personen. De belangen van omwonenden bij het behoud van een goede kwaliteit van hun directe woon- en leefomgeving kunnen verweven zijn met het algemeen belang dat de Wnb beoogt te beschermen. Of daarvan sprake is afhankelijk van de afstand tussen de woning van appellant en de locatie waarop de activiteit wordt uitgevoerd.

Niet nieuw, maar toch handig om bij de hand te hebben. De Afdeling komt in alle hierboven opgenomen uitspraken tot de conclusie dat de relativiteit in de weg staat aan het beoordelen van deze beroepen. De reden is dat de afstand van de woning van de betrokken appellanten tot het zonnepark hemelsbreed meer dan 100 meter bedraagt. Volgens vaste jurisprudentie wordt in dit soort gevallen in het algemeen geen verwevenheid aangenomen.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike