De Afdeling heeft op 12 april 2023 in twee zaken tegen verleende omgevingsvergunningen voor windparken voor het eerst geaccepteerd dat voor het bepalen van de overlast gemeentelijke en provinciale normen worden gehanteerd. AbRvS 12 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1446 (windpark Karolinapolder) en ECLI:NL:RVS:2023:1433 (Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding 2020).
De uitspraak van vandaag volgt op een tussenuitspraak over het windpark bij Delfzijl waarin de Afdeling oordeelde dat de nationale windparknormen niet mogen worden gebruikt, AbRvS 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1395. Voor windturbinebepalingen is een ‘strategische milieubeoordeling’ vereist op grond van de Europese richtlijn 2001/42/EG (SMB-richtlijn). Dat betekent dat voor de windturbinebepalingen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling een planMER nodig is. Omdat die ontbrak en nog steeds ontbreekt, zijn deze windturbinebepalingen niet bruikbaar voor nieuwe windparken op land (drie of meer windturbines). Wel liet de Raad van State ruimte voor het bevoegd gezag om eigen normen vast te stellen. De Afdeling heeft in die uitspraak ook criteria vastgesteld waaraan normen van lagere bestuursorganen moeten voldoen: deze moeten actueel en deugdelijk zijn, op zichzelf staan en op de lokale situatie zijn toegesneden.
In de beide uitspraken hebben de gemeente en de provincie eigen normen opgesteld en volgens de Afdeling voldoende onderbouwd op grond van de beschikbare algemene aanvaarde wetenschappelijke inzichten. De raad van de gemeente Oldambt en de provincie Noord brabant hebben een normstelling van 47 dB Lden en 41 dB Lnight aanvaardbaar geacht. In de belangenafweging van de gemeenteraad is onder meer gekeken naar het belang van het behalen van klimaatdoelstellingen, geen sprake is van onaanvaardbare hinder of onaanvaardbare gezondheidseffecten en de omstandigheid dat het betrokken gebied in het provinciale beleid is aangewezen als concentratiegebied voor windenergie. De provincie heeft onder meer meegewogen dat een strengere geluidsnorm tot belangrijk opbrengstverlies van het windpark zou leiden, terwijl het aantal ernstig gehinderden maar beperkt zou toenemen. Het windpark Delfzijl Zuid mag verder minimale slagschaduw (minder dan 2 uur per jaar) veroorzaken voor omwonenden. Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike