18 juni 2021
De uitspraak van de Afdeling van 16 juni 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1286) gaat over een omgevingsvergunning die was verleend en waartegen vergunninghouder zelf bezwaar maakte. Reden hiervoor was dat hij de vergunning alleen maar had aangevraagd omdat het college had aangegeven handhavend te zullen optreden wanneer hij dat niet zou doen. Het ging om een vergunning voor verhuuractiviteiten, en vergunninghouder meende zelf dat daarvoor geen vergunning vereist was.
In de procedure ontstaat dan discussie over de vraag of er wel sprake is van procesbelang. Het college meende van niet. Vergunninghouder meende van wel. Hij beoogde met het maken van bezwaar niet de intrekking van het handhavingsbesluit, maar hij wilde een oordeel over de rechtmatigheid van dat besluit, omdat hij leges heeft moeten betalen in het kader van de aanvragen voor een omgevingsvergunning. Die omgevingsvergunning heeft hij alleen maar aangevraagd om te voorkomen dat dwangsommen zouden worden verbeurd en omdat het college hem gelet op de waarschuwingsbrief geen andere optie bood, aldus vergunninghouder.
De Afdeling volgt hem hierin. Zonder het handhavingsbesluit had hij geen omgevingsvergunning aangevraagd. Hoewel de door hem aangevraagde omgevingsvergunning is verleend, heeft hij daarom naar het oordeel van de Afdeling in deze procedure over het handhavingsbesluit nog belang bij een inhoudelijke bespreking van zijn betoog dat er geen omgevingsvergunning nodig is voor de verhuuractiviteiten.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique