Skip to main content

Proactieve aanwijzing GS in afwijking van PVR

Voorheen hielden kruisraketten de gemoederen bezig, nu windmolens.

GS Noord-Brabant geven aan de gemeenteraad van Woensdrecht krachtens artikel 4.2, lid 1, Wro een (“proactieve”) aanwijzing om een bestemmingsplan vast te stellen ten behoeve van de plaatsing van ten minste vijf windturbines – het Windpark Kabeljauwbeek – binnen het in de aanwijzing aangegeven gebied in de gemeente Woensdrecht. De raad geeft hieraan gehoord door het bestemmingsplan “Windturbinepark Kabeljauwbeek” vast te stellen en B&W Woensdrecht verlenen aan Eneco Wind B.V. een omgevingsvergunning voor het bouwen van het park. Hiertegen ageren Natuur- en Milieuvereniging Namiro Hoogerheide en de vereniging Milieuvereniging Benegora. Met succes, zo blijkt uit AbRvS 16 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2927

De Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant bepaalt dat een bestemmingsplan de bouw van windturbines mogelijk kan maken, maar onder meer onder de voorwaarde dat zij zijn gesitueerd in aangewezen gebieden. De locatie van het “Windturbinepark Kabeljauwbeek” is echter niet aangewezen als zoekgebied. Kunnen GS Noord-Brabant dan toch de bedoelde aanwijzing geven? Volgens de Afdeling niet. Met de provinciale verordening kunnen provinciale staten regels stellen inzake de inhoud van een bestemmingsplan in het belang van een goede ruimtelijke ordening met het oog op provinciale belangen. De raad moet deze regels in acht nemen bij de vaststelling van een bestemmingplan. Bij deze functie van de provinciale verordening past niet dat het college zonder specifieke delegatiegrondslag met een beroep op provinciale belangen in een bepaald geval afwijkt van de bepalingen van de provinciale verordening door de gemeenteraad ertoe te verplichten een bestemmingsplan vast te stellen in afwijking van die verordening, aldus de Afdeling. Een beroep op de provinciale structuurvisie mag ook niet baten. De desbetreffende passage in de structuurvisie bevat slechts een algemene beschrijving van het provinciale beleid en de provinciale doelstellingen met betrekking tot windenergie. Naar het oordeel van de Afdeling past het niet in het wettelijke stelsel van de Wro en bij de daarin neergelegde taakverdeling tussen provinciale staten en het college van gedeputeerde staten dat het college zonder specifieke grondslag onder verwijzing naar dergelijk algemeen geformuleerd provinciaal beleid, in een bepaald geval afwijkt van een uitdrukkelijke, specifieke bepaling van de Verordening.

De Verordening zelf bevatte ook nog een escape: ingevolge artikel 36.6 hebben, voor zover er tegenstrijdigheid is tussen de voorschriften omtrent de inhoud van een bestemmingsplan behorende bij een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.2 van de wet en algemene regels van deze verordening, de voorschriften behorende bij de aanwijzing voorrang boven de algemene regels van deze verordening. De Afdeling constateert dat het geven van een proactieve aanwijzing in afwijking van de Verordening hiermee een grondslag in de Verordening gekregen heeft. Een dergelijk gebruik van de proactieve aanwijzing is echter volgens de Afdeling in strijd met het wettelijk systeem van de Wro. Artikel 36.6 van de Verordening moet daarom wegens strijd met het wettelijk systeem van de Wro buiten toepassing worden gelaten.

Al met al sneuvelen de proactieve aanwijzing, het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob