Skip to main content

Planschade; wie kan aanspraak maken op inkomensschade?

Op 24 augustus 2017 is het bestemmingsplan Randweg Boekel in werking getreden. Een autobedrijf met tankstation stelt inkomensschade te lijden, omdat er door de komst van de randweg minder verkeer langs het bedrijf rijdt.

Tot 27 juni 2018 is het bedrijf geëxploiteerd door een eenmanszaak, aangeduid als appellant sub 3B. Op 27 juni 2018 is door appellant sub 3B appellant sub 1 opgericht. Appellant sub 3B heeft zijn eenmanszaak geruisloos ingebracht in appellant sub 1. Appellant sub 1 is op 8 juli 2020 in staat van faillissement verklaard. De curator van appellant sub 1 en appellant sub 3B strijden over de vraag wie schade lijdt als gevolg van het plan.

De Afdeling in de uitspraak van 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3602, stelt voorop dat appellant sub 3B belanghebbende is bij de aanvraag, omdat hij ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan exploitant was van het bedrijf. Omdat de geruisloze inbreng na de peildatum (inwerkingtreding bp) heeft plaatsgevonden, kunnen in beginsel zowel appellant sub 3B als appellant sub 1 planschade lijden in de vorm van inkomensschade. Bij de begroting van omvang van de inkomensschade komt mede betekenis toe aan de periode dat het autobedrijf na de peildatum zijn werkzaamheden heeft kunnen voortzetten. Om deze reden komt uiteindelijk alleen aan appellant sub 1 een tegemoetkoming toe en niet aan appellant sub 3B.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke