Planschade: voorzienbaarheid en maximale mogelijkheden oude regime
4 december 2020
De gemeenteraad van Lelystad heeft het bestemmingsplan Stadsrandgebied vastgesteld. Op grond daarvan is het niet langer toegestaan om zogenaamde ‘evenhoevigen’ te houden op het agrarische bedrijf van de verzoeker om planschade. Aanleiding voor het opnemen van deze beperking is de aanwezigheid van het onderzoeksinstituut Wageningen Bioveterinary Research, dat tegenover het agrarisch bedrijf van verzoeker ligt. Verzoeker dient een verzoek in om een tegemoetkoming in de planschade. Twee onderdelen van de uitspraak worden hierna besproken.
Voorzienbaarheid
Het college stelt dat het verbod op het houden van evenhoevigen voorzienbaar was. Daarvoor wordt ten eerste verwezen naar de toelichting bij het oude bestemmingsplan. Door het onderzoeksinstituut was tegen het oude bestemmingsplan een inspraakreactie ingediend, waarin was opgemerkt dat het houden van evenhoevigen in de nabijheid van het instituut moest worden verboden. Dit verbod was in het oude plan niet opgenomen, omdat het destijds niet ruimtelijk relevant werd geacht. Overwogen is – zo blijkt uit de oude toelichting – om dit via de privaatrechtelijke weg ‘op te lossen’. Dit is in de praktijk nooit gebeurd. Ten tweede is gewezen op een ander bestemmingsplan dat betrekking heeft op andere nabij gelegen gronden, waarin wel een verbod op ‘tweehoevigen’ was opgenomen. De Afdeling oordeelt dat ten onrechte op basis van deze twee argumenten voorzienbaarheid is tegengeworpen. Uit de toelichting bij het oude plan volgt namelijk dat juist geen verbod is opgenomen (argument 1). En het andere bestemmingsplan had geen betrekking op het perceel van de verzoeker om planschade (argument 2).
Maximale mogelijkheden oude regime
Het college stelt verder dat er geen planologisch nadeel is, omdat onder het oude planologische regime het houden van evenhoevigen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk was uitgesloten. In dat kader is gewezen op een uitspraak van de AbRvS uit 2012, waarin de afwijzing van de aanvraag van verzoeker om een milieuvergunning voor pluimvee- en varkenshouderij voorlag. In die uitspraak is geconcludeerd dat het college de gevraagde vergunning heeft mogen weigeren in verband met het gevaar voor verspreiding van dierziekten. In de onderhavige planschadezaak concludeert de AbRvS dat het college ervan uit mocht gaan dat een omgevingsvergunning voor evenhoevigen niet zou kunnen worden verkregen. Daarmee was het al onder het oude planologische regime met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten dat op het bedrijf evenhoevigen gehouden konden worden. AbRvS 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2856
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke