Planschade: vergoeding kosten rechtsbijstand

Op 1 juni 2016 heeft de AbRvS twee samenhangende uitspraken gewezen over de vergoeding van de kosten voor deskundige bijstand. Door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalburg was hoger beroep ingesteld. Daarbij betoogt het college dat de rechtbank de reikwijdte van het verzoek om een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand niet heeft onderkend. De verzoeker zou uitsluitend hebben verzocht om een vergoeding van kosten, indien door de schriftelijke reactie op het conceptadvies het advies in een voor verzoeker positieve zin zou worden bijgesteld. Nu daarvan geen sprake was, was het college niet gehouden tot een vergoeding van de kosten.

De AbRvS volgt het betoog van het college niet; de Afdeling overweegt dat uit de imperatieve formulering van artikel 6.5, aanhef en onder a, van de Wro volgt dat het college de door verzoeker redelijkerwijs gemaakte kosten van rechtsbijstand en andere deskundige bijstand vergoedt, indien een tegemoetkoming wordt toegekend. Daarbij geldt een dubbele redelijkheidstoets, te weten dat het inroepen van bijstand redelijk is en de kosten van het instellen van een zienswijze redelijk zijn. De tarieven van het Besluit proceskosten bestuursrecht zijn hierbij niet van toepassing.

Op een ander onderdeel wordt het college wel in het gelijk gesteld. Het college had namelijk betoogd dat er sprake was van twee samenhangende zaken, die voor het toekennen van een proceskostenvergoeding als één zaak moeten worden beschouwd (zie artikel 3, eerste lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht).

De Afdeling oordeelt dat er inderdaad sprake was van twee samenhangende zaken, omdat:

  • Partijen werden bijgestaan door dezelfde gemachtigde;
  • De bezwaar- en beroepsgronden nagenoeg gelijkluidend zijn;
  • Beide zaken gelijktijdig zijn behandeld op de hoorzitting in bezwaar en bij de rechtbank.Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke
  • Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank hiermee ten onrechte geen rekening gehouden bij het vaststelling van de proceskostenveroordeling. AbRvS 1 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1536 en ECLI:NL:RVS:2016:1537.

Sluit je aan bij de
800+ abonnees 
en schrijf je in voor de
wekelijkse Omgevingsflits:

* indicates required
Volg ons:

©2022 - SAM advocaten. Mogelijk gemaakt door Webconfetti.