Skip to main content

Oprukkende woningbouw en van rechtswege vervallen bestemmingsplan

Niets nieuws… maar toch, de uitspraak van de AbRvS van 7 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3223 gaat over de vraag op welke afstand van een metaalbewerkingsbedrijf woonbebouwing mag worden bestemd.

De raad van de gemeente Zaanstad heeft het bestemmingsplan “Diverse locaties Krommeniedijk 2014” vastgesteld. Het plan voorziet in de inpassing van twee omgevingsvergunningen die op 15 januari 2014 zijn verleend voor de bouw van twee woningen met bergingen. Bijzonder detail is dat deze omgevingsvergunningen zijn verleend omdat het bestemmingsplan “Uitbreidingsplan in hoofdzaak Krommenie” van 19 oktober 1965 is vervallen op grond van artikel 9.3.2, tweede lid, van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening. Daardoor gold geen planologisch regime meer voor de percelen, zodat alle vormen van gebruik waren toegestaan.

Een metaalbewerkingsbedrijf maakt bezwaar tegen deze woonbestemming omdat deze de bedrijfsvoering ernstig kan beperken en in de woningen geen goed woon- en leefklimaat is verzekerd. De afstand tussen de woningen en het bedrijf wijkt af van de afstand die in de VNG brochure is toegestaan. Volgens de raad is dat niet relevant nu de bedrijfswoning van het metaalbewerkingsbedrijf de bedrijfsvoering reeds beperkt. Dit is niet juist volgens de Afdeling omdat art. 1.1. Activiteitenbesluit gebouwen die behoren tot een bedrijf uitzondert van het begrip gevoelig gebouw. Daardoor hoeft bij de bedrijfswoning niet aan de geluidnormen te worden voldaan. Om die reden wordt het bestemmingsplan vernietigd. Vervolgens geeft de Afdeling “ter voorlichting” de raad wat handreikingen mee voor de in het nieuwe bestemmingsplan uit te voeren belangenafweging