Ontbreken inhoudelijk, gemotiveerd en expliciet m.e.r.-beoordelingsbesluit
AbRvS 24 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2453). De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam heeft het bestemmingsplan “IJzergieterij” vastgesteld. Dit plan voorziet voor een deel in een actuele planologisch-juridische regeling en daarnaast in de bouw van 150 woningen.
Appellanten betogen dat voorafgaand aan de vaststelling van het plan ten onrechte geen expliciet m.e.r.-beoordelingsbesluit is genomen.
De Afdeling stelt vast dat in de aanmeldnotitie diverse aspecten staan beschreven, maar dat niet expliciet staat vermeld of er al dan niet belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu optreden als gevolg van het plan. Op de zitting heeft de raad toegelicht dat het college op 26 mei 2020 geen expliciet besluit heeft genomen en dat ook geen concreet beslispunt bij het college voorlag dat het maken van een milieueffectrapport niet nodig was. Dit betekent dat ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan een expliciet m.e.r.-beoordelingsbesluit ontbrak.
Verder stelt de Afdeling vast dat het college vóór het definitieve vaststellingsbesluit op 15 december 2020 een besluit heeft genomen waarin onder beslispunt 6 staat dat wordt besloten: “Via de wettelijk voorgeschreven kanalen te publiceren dat er geen belangrijke nadelige milieugevolgen zijn en dat er dus geen m.e.r.-procedure hoeft te worden opgestart.” In dit besluit wordt echter niet toegelicht waarom geen milieueffectrapport hoeft te worden gemaakt. Tot slot heeft de raad op 27 mei 2021 een m.e.r.-beoordelingsbesluit genomen. Dit is net als het besluit van 15 december 2020 een expliciet besluit dat geen milieueffectrapport hoeft te worden gemaakt. Ook in dit besluit ontbreekt een onderbouwing van dat besluit en wordt alleen verwezen naar het besluit van 26 mei 2020. Volgens de Afdeling hebben de raad en het college weliswaar op verschillende momenten een m.e.r.-beoordelingsbesluit genomen of beoogd hebben te nemen, maar ontbreekt een inhoudelijk, gemotiveerd en expliciet m.e.r.-beoordelingsbesluit. Daarmee heeft de raad onvoldoende inzichtelijk gemaakt in hoeverre een integrale beoordeling van de mogelijke nadelige gevolgen van het project voor het milieu heeft plaatsgevonden en hoe rekening is gehouden met de relevante criteria van bijlage III bij de m.e.r.-richtlijn.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob