Het mag bekend verondersteld worden dat aan elk handhavingsverzoek een zorgvuldig onderzoek naar de feiten vooraf moet gaan (artikel 3:2 Awb). Het is ook niet nieuw dat het bevoegd gezag zich in zijn algemeenheid niet enkel zal kunnen baseren op informatie van een verzoeker om handhaving. Dat was ook in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak van 20 januari 2020 van de Afdeling (ECLI:NL:RVS:2021:104) aan de orde.
Een verzoeker had aan het verzoek tot handhaving tegen foutparkeerders in de buurt foto’s van de parkeersituatie ten grondslag gelegd. Het bevoegd gezag vond dat echter onvoldoende om te handhaven. De Afdeling overweegt dan dat het op zichzelf juist is dat het bevoegd gezag zich bij het nemen van het besluit op dit verzoek niet alleen mag baseren op de foto’s van verzoeker. Deze foto’s geven immers geen compleet beeld geven van de parkeersituatie. Dat is echter in dit geval niet direct grond voor afwijzing van het handhavingsverzoek.
De Afdeling overweegt dat het bevoegd gezag nader onderzoek had moeten doen om vast te stellen of zich overtredingen voordeden waartegen handhavend diende te worden opgetreden. Dat was ten onrechte nagelaten, om welke reden het besluit om niet te handhaven volgens de Afdeling niet zorgvuldig is voorbereid.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique