Skip to main content

Omgevingsaspecten bij een exploitatievergunning

De uitspraak van AbRvS 7 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2403, ziet op een exploitatievergunning, de uitspraak is opgenomen gelet op de afweging van de ruimtelijke aspecten.

De burgemeester van Rotterdam heeft een vergunning verleend voor het exploiteren van het binnengedeelte van een restaurant. De aanvraag die ziet op het terras op het buitengedeelte is aangehouden, omdat het bestemmingsplan het terras niet toestaat en dit een weigeringsgrond is voor het verlenen van een exploitatievergunning. In het besluit van 17 september 2013 is tevens besloten de exploitatie van het uitgebreide terras te gedogen. Daarbij heeft de burgemeester in aanmerking genomen dat een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is waarin het terras wordt toegestaan. De discussie spitst zich toe op de vraag of de overlast nog een reden vormde om te stellen dat een exploitatievergunning voor het terras kon worden verleend. Daarbij gaat het om de vraag of er als gevolg van het terras geurhinder zal toenemen. De burgemeester onderbouwt dit standpunt door te stellen dat er minder klachten zijn geweest nadat een ontgeuringsinstallatie op de luchtafvoer van de keuken was geplaatst. Dat vindt de Afdeling onvoldoende.  De rechtbank heeft niet onderkend dat de burgemeester inzichtelijk had moeten maken of de capaciteit van de ontgeuringsinstallatie van het restaurant berekend is op een mogelijke toename van het aantal gasten als gevolg van een uitbreiding van het terras. De burgemeester mag het probleem ook niet voor zich uitschuiven. De Afdeling neemt er geen genoegen mee dat volgens de burgemeester handhavend zal worden opgetreden tegen onaanvaardbare geuroverlast als gevolg van een niet doelmatig functionerende ontgeuringsinstallatie. De burgemeester had moeten beoordelen of de ontgeuringsinstallatie onaanvaardbare geuroverlast ook bij het toegenomen aantal terrasplaatsen kan voorkomen. Omdat deze beoordeling is nagelaten, heeft de burgemeester niet inzichtelijk gemaakt dat een exploitatievergunning voor het terras kan worden verleend.

Daarnaast is relevant dat de Afdeling stelt dat gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting alsmede de rechtszekerheid van de andere partij, niet kan worden aanvaard dat na de tussenuitspraak nieuwe beroepsgronden worden ingediend die reeds tegen het oorspronkelijke besluit naar voren hadden kunnen worden gebracht. De rechtbank heeft de nieuwe beroepsgronden daarom terecht buiten bespreking gelaten.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike