Skip to main content

Niet voldoen aan tussenuitspraak leidt tot vernietiging

Op 17 december jl. heeft de AbRvS (201305102/2) (wederom)  laten blijken dat de ‘opdracht’ die geformuleerd wordt in een tussenuitspraak precies dient te worden uitgevoerd. De nadere motivering die naar het oordeel van de Afdeling noodzakelijk was, is namens het college van burgemeester en wethouders ondertekend door de unitmanager E&A 2, vakgroep planeconomie. Nu de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan ingevolge artikel 6.12 Wro bij de raad ligt, is in de tussenuitspraak uitdrukkelijk de raad opgedragen de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Dit betekent dat bij het herstellen van de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken van betrokkenheid of instemming van de raad moet zijn gebleken. Uit de brief van het college van burgemeester en wethouders  blijkt dat de raad op generlei wijze betrokken is geweest bij het herstellen van de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken. Reeds hierom zijn de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit met de nadere motivering  niet hersteld.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco.