Skip to main content

Nadeelcompensatie. NMR bij schade vanwege tijdelijke hinder

28 augustus 2020

In de uitspraak van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2051, geeft de AbRvS een voorbeeld van de wijze waarop schade vanwege een tijdelijke derving van het woongenot moet worden berekend.

Het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere voorziet onder meer in een 3 km lange tunnel in de A9 Gaasperdammerweg. Appellante woont in de nabijheid van de nieuwe tunnel en heeft gevraagd om een schadevergoeding vanwege de aantasting van haar woongenot tijdens de aanleg van de tunnel. In de tussenuitspraak van 30 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3639, heeft de Afdeling geoordeeld dat de schade voor appellante niet voorzienbaar was. De schade vanwege de tijdelijke derving van het woongenot moest dus alsnog begroot worden. Dit is vervolgens gebeurd en in de onderhavige uitspraak staat de berekeningswijze centraal.

Uitgangspunt van de berekening is de huurwaardemethode. De huurwaarde wordt vastgesteld op 5% van de gemiddelde WOZ-waarde van de woning over 3 jaren. Op basis daarvan is de schade vastgesteld op € 13.610. De omvang van het normaal maatschappelijk risico is het breekpunt in de uitspraak. Door de minister was besloten om de schade in het eerste schadejaar geheel voor rekening van appellante te laten vanwege het normaal maatschappelijk risico. Dit acht de Afdeling onvoldoende gemotiveerd.

De Afdeling oordeelt dat, vanwege de ernstige aantasting van het woongenot, zes maanden derving van het woongenot valt onder het normaal maatschappelijk risico. Over de overige schademaanden dient de schade (wel) te worden vergoed.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ineke