De uitspraak van de AbRvS 15 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:381, gaat over de bouw van een moskee met 920 gebedsplaatsen en bijbehorende ruimten ter vervanging van de tijdelijke locatie in Tilburg. Interessant, maar niet nieuw zijn de overwegingen over de ladder van duurzame verstedelijking, art. 3.1.6 lid 2 Bro. Het college is van mening dat de bouw geen stedelijke ontwikkeling is omdat het een gebouw voor religieuze voorzieningen betreft en deze functie niet in de definitie van een stedelijke ontwikkeling en niet in de Handreiking is opgenomen. De Afdeling overweegt, net als eerder ten aanzien van een kerkgebouw in Epe AbRvS 17 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4612, dat gelet op de nota van toelichting en de strekking van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro een gebouw voor religieuze doeleinden als een stedelijke ontwikkeling kan worden aangemerkt. Ook het feit dat tot 2006 de locatie ook als moskee werd gebruikt doet niet ter zake omdat de afwijkingen van het bestemmingsplan verstrekkend zijn. Dit gebrek wordt in een tweede besluit hersteld, waarin het college concludeert dat het project voorziet in een actuele behoefte voor de regio Tilburg.
Tot slot, eveneens vaste jurisprudentie, stelt de Afdeling, dat op grond van de 2e trede kan worden volstaan met de constatering dat het bouwplan is voorzien in bestaand stedelijk gebied, zie ook AbRvS 20 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:125. Het college was niet verplicht om te beoordelen of ook elders binnen bestaand stedelijk gebied in de gemeente of de regio in de behoefte zou kunnen worden voorzien.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike