Skip to main content

Luchtkwaliteit en geluidhinder en het belang van een goede ruimtelijke ordening

18 september 2020

Wijkcentrum d’Oude Stad pleitte in zijn beroep tegen het Amsterdamse bestemmingsplan ‘Groot Waterloo’ onder andere voor het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt en voor het treffen van verkeersmaatregelen om zo de hinder van het verkeer te verminderen. Maar tevergeefs.

In zijn uitspraak van 16 september 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2245) wijst de Afdeling erop dat een bestemmingsplan geen gebod mag bevatten om geluidsreducerend asfalt aan te brengen en evenmin verkeersmaatregelen zoals bijvoorbeeld een maximumsnelheid mag bevatten. Daarvoor is Wegenverkeerswet 1994 bedoeld.

Daarnaast betoogde Wijkcentrum d’Oude Stad dat de luchtverontreiniging rond het Waterlooplein zodanig groot is dat het niet aanvaardbaar is om extra woonfuncties in het plangebied toe te staan (waardoor nog meer mensen aan luchtverontreiniging zouden worden blootgesteld). De Afdeling zegt hierover: ‘Over de luchtkwaliteit overweegt de Afdeling dat in de Wet milieubeheer en het daarop gebaseerde Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) geen regels zijn opgenomen over de aanvaardbaarheid van nieuwe woningen nabij drukke gemeentelijke wegen in het licht van de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse.

Dat neemt niet weg dat de raad op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening moet beoordelen of nieuwe woningen nabij drukke gemeentelijke wegen aanvaardbaar zijn gezien de bestaande luchtkwaliteit ter plaatse. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de regeling in de Wet milieubeheer over luchtkwaliteit (Kamerstukken II 2005/6, nr. 3, blz. 17) volgt dat de Wet milieubeheer en het Besluit gevoelige bestemmingen een bestuursorgaan niet ontheffen van de verplichting op grond van het beginsel van een goede ruimtelijke ordening om te beoordelen of blootstelling aan luchtverontreiniging aanvaardbaar is.’ In dit geval bleek die blootstelling aanvaardbaar.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob