24 januari 2020
AbRvS 22 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:211. Bij besluit van 30 oktober 2018 heeft het college van Lansingerland het uitwerkings- en wijzigingsplan “Meerpolder 2012, vrije kavels Meerweg” vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van 9 vrije kavels aan de Meerweg, waar maximaal 10 eengezinswoningen zijn toegestaan. Verder voorziet het plan in een wijziging van de bestemmingsgrens aan de achterzijde van het perceel [locatie].
Appellant woont nabij het plangebied. Hij betoogt dat het op de verbeelding aangewezen bouwvlak niet in overeenstemming is met de bouwregels, doordat het op (te) korte afstand van zijn woning is gesitueerd.
Artikel 21.3.2 onder d van het moederplan betreft een bouwregel voor een uitwerkingsplan. In dit artikel is bepaald dat bij de inrichting van het plangebied aan de achterzijde van de bestaande woningen een belemmeringenstrook van 30°, gemeten uit een afstand van 12 m uit de bestaande achtergevel van deze woningen, zal worden aangehouden voor wat betreft de bouwhoogte van de nieuwe bebouwing. Deze bouwregel is ook in het uitwerkingsplan opgenomen.
De Afdeling overweegt dat de tekst in artikel 21.3.2 onder d van het moederplan, in samenhang met de afbeelding behorend bij dit artikel, bepalend is voor het vaststellen van de belemmeringenstrook. Volgens de Afdeling dient een planregel omwille van de rechtszekerheid letterlijk te worden uitgelegd. Uit de tekst van dit artikel blijkt dat een belemmeringenstrook van 30º gemeten uit een afstand van 12 meter vanaf de achtergevel van de woning van appellant dient te worden aangehouden. De Afdeling is net als het college van oordeel dat uit de tekst, in samenhang bezien met de afbeelding van artikel 21.3.2 onder d niet kan worden afgeleid dat in de vorm van een waaier rondom de achtergevel gemeten dient te worden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob