De uitspraak van 15 juni 2016, nr. ECLI:NL:RVS:2016:1627 gaat over een verbouwing van een bestaande bedrijfsruimte tot woning. Onder meer een deel van de kapverdieping zal worden vervangen door een tweede bouwlaag met plat dak waarin slaapkamers zijn voorzien. Omwonenden verzetten zich tegen realisering van het bouwplan, omdat zij vrezen dat de realisering van het bouwplan zal leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend met een kruimelafwijking en daarbij niet vermeld onder welk onderdeel van artikel 4 bijlage II Bor de afwijking valt. Volgens de omwonenden ziet het bouwplan niet op de realisering van een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de bij het Bor behorende bijlage II, nu het niet alleen voorziet in een uitbreiding van het hoofdgebouw, maar ook in wijzigingen van het hoofdgebouw die niet als uitbreidingen zijn aan te merken.
Volgens de Afdeling past de realisatie van een tweede bouwlaag met plat dak op het bestaande hoofdgebouw binnen de in artikel 4, aanhef en vierde lid bijlage II Bor. Het is aan te merken als een dakopbouw of gelijk-soortige uitbreiding van een gebouw. De overige verbouwingswerkzaamheden vallen onder het toepassingsbereik van artikel 4, aanhef en eerste lid, bijlage II Bor. De Afdeling merkt daarbij op dat in de omschrijving van het begrip bijbehorend bouwwerk in artikel 1, eerste lid, van bijlage II bij het Bor geen beperking is opgenomen wat betreft de omvang van een uitbreiding van het hoofdgebouw dan wel een functioneel daaraan verbonden bouwwerk. Evenmin blijkt uit deze omschrijving dat een uitbreiding van het hoofdgebouw beperkt moet worden opgevat in die zin dat is beoogd uitsluitend uitbreidingen waarbij het hoofdgebouw op zichzelf ongewijzigd blijft onder het begrip bijbehorend bouwwerk te brengen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike