Skip to main content

Hypermarkt, de nieuwe toverformule?

In de uitspraak van 9 september 2015, nr. ECLI:NL:RVS:2015:2818 geeft weer een typisch voorbeeld van de creativiteit binnen de detailhandelsbranche. In deze zaak speelt de vraag of de omgevingsvergunning voor een hypermarkt van circa 30.000 m2 langs de A 32 bij Steenwijk eigenlijk wel voorziet in de bouw van een hypermarkt. In bestemmingsplannen zie je vaker termen uit het “commerciële circuit”, het is zaak om die termen goed te definiëren in een bestemmingsplan. Gebeurt dat niet dan kunnen belanghebbenden, het college of de gemeenteraad een heel ander beeld hebben bij een dergelijk niet vast omlijnd begrip, dan de ontwikkelaar die de omgevingsvergunning aanvraagt. Deze discussie vormt de kern van deze uitspraak.

Het begrip hypermarkt was niet in het bestemmingsplan omschreven, daardoor moet door een rechter worden uitgelegd wat onder dit begrip zou moeten worden verstaan. De rechtbank sluit volgens de Afdeling terecht aan bij de op dat moment in de “Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal” opgenomen definitie van het begrip hypermarkt, namelijk een zeer grote supermarkt met naast levensmiddelen ook het assortiment van een warenhuis. Andere definities die door procespartijen zijn aangedragen zijn niet relevant, verwezen werd onder meer naar de internetsite “InfoMil” en/of “Retail Wiki” of de definitie van hypermarkt zoals gegeven door vergunninghouder.

Echter, op de bij de aanvraag behorende bouwtekening staat op een deel van de tekeningen vermeld “Bouwmarkten/hypermarkten e.a.”, op dat deel worden open afscheidingen geplaatst op nader te bepalen plekken. Uit de aanvraag, de bouwtekeningen en de daarin vermelde brancheringslijst van 28 januari 2013 volgt dat het op te richten bouwwerk onder meer zal worden gebruikt ten behoeve van hypermarkten, bouwmarkten, een supermarkt, de handel in auto’s en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven, horeca, sportscholen, kappers, badhuizen en sauna’s en de verkoop van speelgoed, tuinartikelen, computers, huishoudelijke onderdelen en woondecoratie.

Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan nu redelijkerwijs valt aan te nemen dat de aangevraagde hypermarkt voor andere doeleinden zal worden gebruikt dan die waarin de bestemming voorziet. Door het plaatsen van de afscheidingen zullen diverse afzonderlijke kleine winkels ontstaan. Mede van belang is dat tijdens de zitting is gebleken dat deze door verschillende ondernemers zullen worden geëxploiteerd waarbij de producten van iedere afzonderlijke ondernemer worden afgerekend bij afzonderlijke counters. Nu een deel van het bouwplan niet voorziet in één grote ruimte, is niet aan de door het college gegeven definitie van hypermarkt voldaan. Door het plaatsen van de afscheidingen wordt het assortiment van een warenhuis niet verkocht in dezelfde ruimte als waar de levensmiddelen worden verkocht. Dat, zoals het college ter zitting heeft toegelicht, de afscheidingen zo worden geplaatst dat daar altijd doorheen, overheen of omheen kan worden gekeken, maakt het vorenstaande niet anders, door de afscheidingen wordt de ruimte zo afgesloten dat niet meer van één grote winkelruimte kan worden gesproken.

De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 18 januari 2012, nr. 201106039/1/H1 waaruit volgt dat bij de toetsing van een omgevingsvergunning ook moet worden beoordeeld of het bouwwerk met het oog op het aangevraagde gebruik wordt opgericht en vernietigt de omgevingsvergunning.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike