17 januari 2020
AbRvS 15 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:90. Bij besluit van 18 september 2018 heeft de raad van de gemeente Reusel-de Mierden besloten het bestemmingsplan “[locatie] – Mierdseweg” niet vast te stellen.
Appellant exploiteert aan de [locatie] te Reusel een agrarisch bedrijf dat bestaat uit een intensieve veehouderij en een akkerbouwbedrijf. Hij wil zijn intensieve veehouderij saneren. Daarvoor in de plaats wil appellant een onbemand tankstation met een wasstraat en 10 woningen kunnen realiseren.
Appellant betoogt dat de raad ten onrechte heeft geweigerd om het plan vast te stellen. Hij stelt daartoe dat de beoogde ontwikkeling in overeenstemming met het beleid van de raad is. Appellant stelt verder dat tussen hem en de gemeente een anterieure overeenkomst is gesloten, waaraan hij het vertrouwen kon ontlenen dat het plan zou worden vastgesteld.
Ter zitting is gebleken dat het beleid van de raad niet zonder meer in de weg staat aan de door appellant gewenste ontwikkeling. Dit laat onverlet dat de raad moet afwegen of de beoogde ontwikkeling past binnen het kader van een goede ruimtelijke ordening. De raad vindt het door appellant gewenste tankstation ter hoogte van de rotonde aan de Randweg-Oost ruimtelijk niet aanvaardbaar. Volgens de Afdeling heeft de raad zich in redelijkheid op dit standpunt kunnen stellen.
Ten aanzien van het vertrouwensbeginsel overweegt de Afdeling dat de anterieure overeenkomst een inspanningsverplichting bevat om ten behoeve van de door appellante gewenste ontwikkeling het bestemmingsplan in procedure te brengen. De overeenkomst bevat geen resultaatsverplichting om een bestemmingsplan vast te stellen. Een bestemmingsplan met de door appellant gewenste inhoud is in procedure gebracht.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob