In de uitspraak van de AbRvS van 6 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3365 past de Afdeling de nieuwe jurisprudentie met betrekking tot de herhaalde aanvraag toe. Queenstaete II BV is eigenaar van het gebouw aan de Markt 39 te Delft (een rijksmonument) en heeft een omgevingsvergunning voor het verhogen van de begane grond vloer aangevraagd. Daarmee wordt een illegale situatie gelegaliseerd. De huurder is het niet eens met de verleende vergunning en stelt dat sprake is van een herhaalde aanvraag die het college buiten behandeling had moeten laten. Al eerder, op 12 januari 2012, heeft het college namelijk besloten dat geen vergunning zou worden verleend voor het verhogen van de vloer en er zijn bij de aanvraag die aan het bestreden besluit ten grondslag ligt geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd. De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 23 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3131 en herhaalt het uitgangspunt. Het bestuursorgaan bepaalt of er sprake is van een herhaalde aanvraag en of zij deze inhoudelijk wil beoordelen. Dat mag bestuursorgaan ook als de rechtzoekende geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd. Als het bestuursorgaan de herhaalde aanvraag beoordeelt, dan toetst de bestuursrechter het besluit op die aanvraag aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden als ware dit het eerste besluit over die aanvraag. Anders dan voorheen beoordeelt de bestuursrechter dus niet meer ambtshalve of wat een rechtzoekende aan zijn aanvraag ten grondslag heeft gelegd nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Dus is de Afdeling van oordeel dat nu het college de aanvraag inhoudelijk heeft beoordeeld, het niet van belang of de aanvraag van 29 juni 2015 als een herhaalde aanvraag moet worden gezien.
Voor meer informatie over deze uitspraak, kunt u contact opnemen met Janike