Door de gemeenteraad van Montferland is met de vaststelling van een herziening van het bestemmingsplan Buitengebied de bouw van twee woningen mogelijk gemaakt. Het tegen het vaststellingsbesluit ingestelde beroep ziet, onder meer, op het naar het oordeel van appellant gebrekkig borgen van de landschappelijke inpassing. Onvoldoende is verzekerd aldus appellant dat het plangebied zal worden ingericht in overeenstemming met een in bijlage 2 opgenomen erfinrichtingsplan. De raad heeft gesteld dat inrichting van het plangebied in overeenstemming met bijlage 2 bij de planregels is verzekerd door een realisatieovereenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemer. De Afdeling overweegt op 7 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2423) dat volgens vaste jurisprudentie (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 5 augustus 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2517) een civielrechtelijke overeenkomst tussen de gemeente en de eigenaar van gronden waarop een voorziening moet worden gerealiseerd onvoldoende zekerheid dat de benodigde voorziening ook daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Als de raad realisering van de voorziening noodzakelijk acht in het kader van een goede ruimtelijke ordening én het gemeentebestuur het niet zelf in zijn macht heeft de noodzakelijke maatregelen te treffen, zoals in deze zaak het geval is, is het opnemen van een voorwaardelijke verplichting in de planregels nodig. De Afdeling ziet zich vervolgens naar aanleiding van het betoog van appellant voor de vraag gesteld of de planregel in dat licht voldoet, en komt tot de conclusie dat dat niet het geval is.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco