Skip to main content

Hek, vergunningvrij: functioneel verbonden met woning?

De uitspraak AbRvS 8 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2619 draait om een omgevingsvergunningsvergunning voor het realiseren van een houten hekwerk met een hoogte van 1,5 m op het perceel. Het hekwerk dient als omheining om twee door [appellant] aangekochte kadastrale percelen en vormt een uitbreiding van een bestaand hekwerk met dezelfde hoogte dat reeds om twee naastliggende kadastrale percelen is geplaatst. Na plaatsing van het hekwerk vormen de vier kadastrale percelen tezamen één omheind perceel. Het college van de gemeente Apeldoorn heeft de gevraagde omgevingsvergunning geweigerd, omdat het van mening is dat het hekwerk in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Stuwwalrand Parkzone Zuid” en het niet bereid is de omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van dat bestemmingsplan.

De vraag is vervolgens of het hek niet vergunningvrij kan worden geplaatst omdat de percelen (na de samenvoeging) 1 geheel vormen met het woonperceel, dan wel dat de functionele relatie met de woning ontbreekt (zoals de rechtbank betoogt).

De Afdeling verwijst naar eerdere jurisprudentie (uitspraak van 25 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1586). Daarin is bepaald dat bij de beoordeling of sprake is van een functionele relatie tussen de afscheiding en de woning doorslaggevende betekenis toe komt aan de voor het perceel geldende planologische regeling. Met deze benadering wordt de jurisprudentie voortgezet die is ontwikkeld onder de werking van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (hierna: Bblb) (onder meer de uitspraak 14 februari 2007, ECLI:NL:RVS:2007:AZ8479), waarvoor ook steun kan worden gevonden in de Nota van Toelichting bij het Bor (Stb. 2010, 143, blz. 149-151). Het hekwerk wordt geplaatst op de delen van het perceel met de bestemming “Bos en natuurgebied” en het deel van het perceel waarop de woning is gelegen heeft de bestemming “Woondoeleinden”. De rechtbank heeft, gelet op deze verschillende bestemmingen, terecht overwogen dat geen functionele relatie bestaat tussen het hekwerk en het perceel waarop de woning is gelegen. Dat de percelen tezamen één landgoed vormen en dat het hekwerk niet afdoet aan de op de percelen rustende bestemmingen, geeft geen aanleiding daar anders over te oordelen

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike