In de uitspraak van de AbRvS van 4 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3394, gaat het om het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Bladel. De raad maakt zich zorgen over de grootschaligheid van veehouderijen in het plangebied, gelet op het ruimtebeslag door deze veehouderijen en de mogelijke gevolgen voor milieu, volksgezondheid en natuur, zo blijkt uit de toelichting. Per agrarisch bedrijf is bepaald welke diersoorten en hoeveel dieren zijn toegestaan. De raad heeft de maximale dieraantallen per diersoort in beginsel beperkt tot een equivalent van 300 Nge. Onder meer deze regeling wordt in de procedure bestreden.
De Afdeling overweegt dat grootschalige veehouderijen volgens de raad gevolgen hebben voor ruimtebeslag, milieu, volksgezondheid en natuur. De raad heeft met het beperken van diersoorten en -aantallen beoogd ruimtelijke gevolgen van dergelijke veehouderijen te reguleren. De Afdeling ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de planregeling niet is gericht op het beperken van ruimtelijke gevolgen van veehouderijen voor de omgeving zodat deze regeling om die reden niet in het plan had mogen worden opgenomen.
Toch acht de Afdeling de Nge norm in dit geval geen adequaat handvat. Hierbij verwijst de Afdeling ook naar haar uitspraak van 30 juli 2014 (nr. 201307521/1/R3). Dit komt omdat de op die norm gebaseerde maximaal toegestane dieraantallen onvoldoende verband houden met de gevolgen van veehouderijen voor ruimtebeslag, milieu, volksgezondheid en natuur. Het gaat bij Nge om een reële economische maatstaf, die is gebaseerd op het brutostandaardsaldo, waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven. De plansystematiek draagt er niet toe bij dat veehouderijen met een grootte van 300 Nge daadwerkelijk zullen investeren in duurzaamheid waardoor de gevolgen van de veehouderijen voor de omgeving zullen worden beperkt. Ook het ruimtebeslag en de gevolgen voor milieu en natuur van het aantal dieren dat overeenkomt met 300 Nge, afhankelijk van de diersoort, kan sterk kan verschillen. De relatie tussen de norm van 300 Nge en gevolgen van veehouderijen wat betreft ruimtebeslag, milieu, volksgezondheid en natuur is dan ook indirect en onzeker. De Afdeling oordeelt dat de 300 Nge norm ongeschikt is om het beoogde doel te bewerkstelligen en in strijd met een goede ruimtelijke ordening is vastgesteld.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan