Skip to main content

Grondgebonden bedrijf of niet?

29 september 2018

De uitspraak van de AbRvS van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3124 heeft betrekking op het hoger beroep van een initiatiefnemer die een geitenhouderij wil oprichten met 1125 melkgeiten en 800 opfokgeiten. De vraag is of dit bedrijf grondgebonden is of niet; zijnde een bedrijf dat volgens het bestemmingsplan “nagenoeg geheel afhankelijk is van de agrarische gronden als productiemiddel”. Appellant beroept zich met name op drie overeenkomsten voor het gebruik van gronden voor de productie van ruwvoer. De rechtbank heeft in eerste instantie overwogen dat 48 tot 58 ha grond nodig is voor de productie van ruwvoer ten behoeve van de melkgeitenhouderij, maar dat slechts zeker is dat 22,05 ha tot het bedrijf of de eigen bedrijfsvoering behoort. De drie overeenkomsten voor het gebruik van gronden met een omvang van achtereenvolgens 10 ha, 15 ha en 20 ha ten behoeve van de productie van ruwvoer voor de melkgeitenhouderij (hierna te noemen: de overeenkomsten), bieden onvoldoende zekerheid om aan te nemen dat deze gronden tot de bedrijfsvoering behoren.

Wie de gronden feitelijk gebruikt is niet duidelijk. Enkel staat vast dat appellant de gronden bemest. Voor de overige exploitatie, zoals het bewerken van de gronden, staat niet vast dat dit geschiedt door appellant. Het (enkel) afnemen van ruwvoer en het door hem leveren van mest is onvoldoende om grondgebondenheid aan te nemen. Daar komt bij dat twee van de drie overeenkomsten weliswaar de intentie uitspreken van een tijdsduur van zes jaar, maar dat partijen deze overeenkomsten voor de afloop van die periode eenzijdig en zonder opgave van redenen kunnen opzeggen, zo heeft de rechtbank overwogen. Dit oordeel van de rechtbank wordt geaccordeerd door de Afdeling.

De Afdeling overweegt dat slechts indien de overeenkomsten voldoende grondslag bieden om te kunnen aannemen dat de daarin bedoelde gronden tot de bedrijfsvoering van appellant behoren, en daarmee tot de agrarische grond als bedoeld in de planregels, kan worden geoordeeld dat de melkgeitenhouderij in overeenstemming met het bestemmingsplan Voor zover appellant naar voren heeft gebracht dat met deze samenwerkingsverbanden is voorzien in kringlooplandbouw met alle voordelen van dien, doet dat er niet aan af.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan