Door de gemeenteraad van Wageningen is het bestemmingsplan Kamergewijze verhuur-update vastgesteld. In dit bestemmingsplan is een planregel opgenomen die het verbiedt woningen te gebruiken ten behoeve van kamerverhuur. Er is echter een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee het college de bevoegdheid heeft om kamergewijze verhuur in een woning wel toe te staan. Deze bevoegdheid is uiteraard niet ongelimiteerd: er dient getoetst te worden aan de “Beleidsregels kamergewijze verhuur gemeente Wageningen 2019” (een dynamische verwijzing als bedoeld in artikel 3.1.2, lid 2, onder a, Bro). In die beleidsregels is opgenomen dat er maximaal 5% kamerverhuurpanden in een straat zijn toegestaan. De Afdeling stelt echter vast dat het college die beleidsregels zelf kan aanpassen en dan dus de aangepaste beleidsregels dient toe te passen op aanvragen. Daardoor is dus ook niet uit te sluiten dat het genoemde percentage van 5% aanmerkelijk wordt verhoogd. De Afdeling twijfelt er kennelijk ernstig aan of dat nu wel de bedoeling is geweest van de Wageningse gemeenteraad. De gemeenteraad van Wageningen heeft – aldus de Afdeling – “niet inzichtelijk gemaakt of, en zo ja waarom, hij een toepassing van de afwijkingsbevoegdheid op grond waarvan een in beginsel ongelimiteerde verruiming van de mogelijkheid van kamerverhuur plaats kan vinden, aanvaardbaar acht.” Daarbij speelt ook een belangrijke rol dat de gemeenteraad juist de wens had om tot aanscherping te komen van het eerdere beleid dat maximaal 15% kamerverhuurpanden per straat toestond. AbRvS 9 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2920
Voor vragen over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco