Skip to main content

Geluidswaarden voor een evenemententerrein

Bewoners van het stadsdeel Leische Rijn (Utrecht) kwamen bij de Afdeling op tegen de door de raad vastgestelde planregeling voor het Castellum, een nagebouwd Romeins fort waarvan het binnenterrein regelmatig wordt gebruikt voor evenementen. In haar uitspraak van 13 december 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3444) verwerpt de Afdeling hun betoog dat het binnenterrein moet worden aangemerkt als een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en dat daarom de geluidsnormen van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. De Afdeling baseert dit oordeel met name op het feit dat de evenementen waar het om gaat – de planregels staan maximaal 77 evenementen toe – (1) door uiteenlopende (rechts)personen worden georganiseerd, (2) geen onderlinge samenhang kennen en (3) elk voor zich te kortdurend zijn om aangemerkt te kunnen worden als een bedrijvigheid in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de Wm. Van een inrichting is daarom geen sprake.

Maar indirect spelen de geluidsnormen van het Activiteitenbesluit wel een belangrijke rol. De in de planregels opgenomen geluidniveaus zijn namelijk hoger dan die in het Activiteitenbesluit en dat ook nog eens gedurende een groot aantal dagen. Dat vergt, aldus de Afdeling, uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening een deugdelijke motivering. Omdat die ontbreekt, sneuvelt het bestemmingsplan.

Vermelding verdient ook het oordeel van de Afdeling dat de raad bij de vaststelling van de geluidgrenswaarden ten onrechte is uitgegaan van het standaard popmuziekspectrum. Dat spectrum blijkt namelijk voor veel situaties – hedendaagse pop- en dancemuziek – niet representatief. Tegelijk is het volgens de Afdeling niet nodig om bij de grenswaarden te rekenen met een toeslag voor muziekgeluid van 10 dB. Bij bedrijven wordt deze ‘straffactor’ in voorkomende gevallen wel berekend, maar de toeslag is niet bedoeld voor buitenluchtevenementen.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Jan