Skip to main content

(Geen) planschade vanwege vervallen tijdelijk voordeel & voorzienbaarheid bij positieve ontwikkelingen

Appellanten stellen planschade te lijden, omdat door inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Bezemronde 1, Buitengebied Ede’ een recreatieve bestemming is vervallen en zandwinning niet langer is toegestaan. Het college van B&W van Ede stelt dat appellanten eigenaar zijn geworden van hun percelen op een moment dat zandwinning niet mogelijk was. Het in een later bestemmingsplan toestaan van zandwinning, welke mogelijkheid in het beweerdelijk schadeveroorzakende bestemmingsplan Bezemronde 1 weer is vervallen, betreft een tijdelijk genoten voordeel. Het vervallen van dit tijdelijke voordeel is geen reden om een tegemoetkoming in de planschade te verstrekken, aldus het college.

De Afdeling volgt het betoog van het college. De Afdeling overweegt dat bij het bepalen van de tegemoetkoming in planschade in beginsel geen rekening wordt gehouden met een voor de aanvrager, in vergelijking met het ten tijde van de verkrijging van de onroerende zaak geldende planologische regime, voordelige wijziging van het planologisch regime, die ongedaan wordt gemaakt door het beweerdelijk schadeveroorzakende besluit. De Afdeling concludeert dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de schade niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komt.

Appellanten stellen verder dat het ten tijde van de eigendomsverkrijging voor hen voorzienbaar was dat er een positieve planologische wijziging zou komen – de mogelijkheid van zandwinning –. Volgens appellanten dient de vaste rechtspraak over voorzienbaarheid ook gevolgd te worden als er sprake is van positieve ontwikkelingen. De Afdeling gaat hierin niet mee. Het leerstuk van de voorzienbaarheid is niet van toepassing op positieve ontwikkelingen. AbRvS 16 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3295

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ineke